Prestatieafspraken 2021

11 december 2020
Conform de woningwet 2015 maken
de gemeente, woningcorporaties en
huurdersorganisaties in Maastricht al enige
jaren prestatieafspraken. Sinds 2015 is er veel
veranderd. Het investeringsvermogen van
de corporaties is de afgelopen jaren steeds
meer onder druk komen te staan. Dit door
de toenemende belastingdruk (onder andere
verhoging verhuurdersheffing, oplopende
vennootschapsbelasting en invoering
ATAD-regeling) en een beperking van de
huurinkomsten door de huursombenadering
en passend toewijzen. Ditzelfde geldt voor de
gemeente, die door het decentraliseren van de
zorg complexe en kostbare taken erbij heeft
gekregen. De complexiteit van de opgaves,
in combinatie met de schaarse middelen,
leidt tot duivelse dilemma’s waarin keuzes
gemaakt moeten worden tussen betaalbaarheid,
beschikbaarheid en kwaliteit van wonen.
Daarnaast spelen er nog andere
maatschappelijke opgaven op het gebied van
wonen, zorg en leefbaarheid. Een lastenverlaging
in de vorm van een inflatoire huurverhoging,
huurbevriezing of huurverlaging (in het
kader van de maatwerkregeling) heeft directe
gevolgen voor de investeringencapaciteit die
ingezet wordt voor de realisatie van nieuwe
huurwoningen en investeringen in de kwaliteit
van de bestaande woningvoorraad. Deze
aspecten dienen in onderlinge samenhang
bekeken te worden omdat een investering in
een van de aspecten een positief effect kan
hebben op een ander aspect. De corporaties
investeren de komende periode fors in
verduurzamingsmaatregelen, wat een positief
effect heeft op de woonlasten van huurders. Juist
in dergelijke complexe situaties is het belangrijk
dat gemeente, corporaties en bewoners op basis
van wederkerigheid samenwerken.

1.1 COVID-19
Bij het maken van deze prestatieafspraken is duidelijk dat de
coronapandemie voorlopig nog aanhoudt. De effecten van
de coronacrisis op de woningmarkt zijn in potentie groot.
Hoe groot hangt sterk samen met hoe lang de crisis duurt en
wanneer een werkzaam vaccin wordt gevonden.
Ook de sociale huursector heeft te maken met het
coronavirus. De corporaties bieden maatwerk aan voor
mensen die hun huur niet meer kunnen betalen door
omstandigheden veroorzaakt door het virus. Dat kan het
tijdelijk verlagen van de huren betekenen, maar ook het niet
uitvoeren van huisuitzettingen.
Op de langere termijn hangen de mogelijke effecten
voor de woningmarkt sterk samen met de economische
ontwikkeling. Een nieuwe crisis in de economie zal
leiden tot meer werkloosheid, stagnerende inkomens en
onzekere vooruitzichten over werk en inkomen. Dit zal
de vraag naar duurdere woningen kleiner maken. Ook is
er een verschuiving te verwachten van de vraag van koop
naar (betaalbare en middeldure) huur. Een economische
crisis kan ook een waardedaling van het vastgoed tot
gevolg hebben. Daardoor wordt borging voor financiering
van nieuwe investeringen lastiger. Verder zullen minder
mensen verhuizen waardoor de doorstroming vermindert.
Maatschappelijke ontwikkelingen die al speelden voor de
coronacrisis worden hierdoor mogelijk versterkt.
Daarnaast leidt elke sociaaleconomische crisis, dus
ook deze, tot verscherping van de sociaaleconomische
scheidslijnen in de samenleving. De nadelige effecten
slaan sterker neer in buurten met een relatief
lage sociaaleconomische status. Daarom dat deze
ontwikkelingen voor deze, en de toekomstige meerjarige
prestatieafspraken, zeer relevant zijn.
1.2 Basis van de prestatieafspraken
Uitgangspunt voor de afspraken in Wonen en Wijken
2021 zijn: de Woonvisie Maastricht die is vastgesteld
door de gemeenteraad in 2018; de biedingen van de
woningcorporaties die voor 1 juli 2020 zijn ingebracht;
en de gesprekken tussen de corporaties, gemeente en
huurdersorganisaties die daarop volgden. Daarnaast
zijn nog niet afgeronde of doorlopende afspraken uit het
verleden meegenomen in de nieuwe prestatieafspraken. De
gemaakte afspraken worden uitgevoerd door verschillende
themawerkgroepen. De themawerkgroepen bestaan uit
medewerkers van de vier corporaties en de gemeente. Ze
worden daarbij ondersteund door de ervaringsdeskundigen
vanuit de huurdersorganisaties en andere
vertegenwoordigers (adviescommissies en stichtingen).
Voor 2021 zijn er samenwerkingsafspraken gemaakt
op vijf thema’s:
1. betaalbaarheid
2. wonen en zorg
3. woonruimteverdeling
4. veiligheid en leefbaarheid
5. vastgoed, studentenhuisvesting, tijdelijkheid
en duurzaamheid.
2021 wordt beschouwd als een overgangsjaar omdat partijen
de ambitie hebben uitgesproken om vanaf 2022 meerjarige
afspraken te maken. Dan is er ook aandacht voor een meer
wijkgerichte uitwerking of vertaling van de afspraken. Dit
sluit aan bij het gedachtegoed van gebiedsgericht werken.